Plateau-Rozier
Het iconische Instituut der Wetenschappen van de Universiteit Gent wordt nieuw leven ingeblazen als ‘Living Campus’. Hierbij staan de verschillende campusgebruikers centraal en worden ontmoetingen tussen de diverse activiteitendomeinen gestimuleerd. Het Plateau-Roziergebouw voldeed niet langer aan de hedendaagse eisen van toegankelijkheid, comfort, brandveiligheid en duurzaam energiegebruik die aan een universiteitsgebouw in de 21e eeuw worden gesteld.
Programma Universiteitsgebouw
Opdrachtgever Universiteit Gent
Status In ontwerpfase
Periode 2021 ― heden
IN SAMENWERKING
Fotograaf Gert Cornelis
De Universiteit Gent werkt al verschillende jaren aan de totaalrestauratie van de Plateau-Rozier. Zo kreeg de buitenzijde van dit neoclassicistische complex al een grondige opknapbeurt, maar aan de binnenkant is er nog veel werk. In nauwe samenwerking met evr-architecten en Sweco, ontwikkelden we een masterplan voor het volledige interieur, waarbij de restauratie verder gaat dan alleen het veilig maken en herstellen van de oorspronkelijke gebouwen.
Neoclassicistisch meesterwerk
Het gebouwencomplex Plateau-Rozier is een neoclassicistisch meesterwerk, ontworpen door de bekende stadsarchitect Adolphe Pauli (1820 – 1895). Eind 19e eeuw besloot het stadsbestuur een nieuw groot instituut te bouwen waar alle voorzieningen voor de wetenschappen onder één dak konden worden samengebracht. De ‘oude universiteit’ in de Voldersstraat barstte immers uit haar voegen door het toenemend aantal studenten in de wetenschappelijke richtingen en de invoering van practica. A. Pauli ontwierp een monumentaal bouwwerk op maat van de 19e-eeuwse wetenschappen vol laboratoria, leslokalen, werkplaatsen en kabinetten. Met een oppervlakte van 4.700 m2 was het vierhoekige gebouw een van de grootste gebouwen van België.
Kluwen van afdelingen
Wat niemand echter kon voorspellen, was hoe snel de wetenschappen en studentenaantallen in de 20e eeuw zouden expanderen. Enkele jaren na de opening was het universiteitsgebouw, ondanks zijn monumentale omvang, al te klein. Sindsdien was het gebouw ononderbroken in transitie: verdiepingen werden opgesplitst, binnenpleinen volgebouwd, kelders ingericht, afdelingen verhuisd. Het Plateau-Roziergebouw is vandaag een kluwen van afdelingen van de ingenieurswetenschappen en de faculteit Letteren en Wijsbegeerte geworden. Iedere student is al eens verdwaald in de gangen van het complex.
Toegankelijkheid en leesbaarheid
Doordat we dit erfgoed met velen willen delen – niet alleen met de universitaire gemeenschap, maar ook met het brede publiek – zijn toegankelijkheid, functionaliteit en duurzaamheid belangrijke aandachtspunten.
Er komt een nieuwe rolstoelvriendelijke toegang naast de monumentale inkom aan de Plateaustraat en de kleinere ingang aan de Rozierstraat. Deze derde toegang wordt omgevormd tot een buitenportaal, waarbij binnenmuren worden gesloopt en raamopeningen worden verlaagd en verbreed tot toegangen, wat zorgt voor een grotere doorwaadbaarheid van de benedenverdieping naar de binnenkoeren.
In het verlengde van deze nieuwe toegang komt een ontvangst- of onthaalruimte met een groot balieraam, als centraal aanspreekpunt voor studenten, docenten en leveranciers. Dit nieuwe inkomportaal verbetert ook de zichtbaarheid van de functies met een grote publiekswaarde, zoals de Volkssterrenwacht Armand Pien en Filmplateau. De avondlijke publieksactiviteiten worden gecentraliseerd in een aparte vleugel, gekoppeld aan de nieuwe toegang en het inkomportaal.
Naast toegankelijkheid en leesbaarheid ligt de focus op het optimaliseren van het oorspronkelijke heldere circulatieschema. Zo wordt de kamvormige pandgang op de eerste verdieping hersteld en vervolledigd. Deze gang gaf ooit op een leesbare manier een adres aan alle lokalen, maar door allerhande ingrepen en toevoegingen heeft dit verdiep zijn leesbaarheid verloren. Daarnaast worden alle verdiepingen bereikbaar via nieuwe trap- en stijgkernen. In de ruimtes met historisch waardevolle vloeren en plafonds wordt het niveauverschil opgevangen met hellingen.
Maximaal behoud van de erfgoedwaarden
Het merendeel van de oorspronkelijke erfgoedwaarden, zoals het geprofileerde pleisterwerk, meubilair, houten parket, lambriseringen, terrazzovloeren, marmeren haarden en natuursteen trappen, zijn nog integraal aanwezig. Wel zijn er sporen van verwering op te merken als gevolg van het vele gebruik of zijn er in de loop van de jaren nieuwe afwerkingslagen toegevoegd om het gebruik van de ruimtes te vereenvoudigen.
Binnen het masterplan wordt een algemene restauratievisie naar voren geschoven welke een zachte restauratie beoogt, met maximaal behoud van het historische materiaal en optimale efficiëntie.
In eerste instantie worden de bestaande interieurafwerkingen door een hernemen of herinterpretatie van de oorspronkelijke kleurschema’s in hun beeldtaal versterkt. Voor marmeren en natuurstenen elementen wordt bijvoorbeeld een reiniging voorzien en eerdere minder kwalitatieve restauraties worden hersteld. Houten vloeren zullen in functie van de integratie van technieken gedemonteerd en herplaatst worden, waarbij deze geschuurd en opnieuw gevoed worden.
In een tweede stap worden de wijzigingen van de voorbije eeuw tegen het licht gehouden en hersteld naar hun oorspronkelijke typologie.
Adaptatie is de laatste stap. Waar nodig worden gerichte ingrepen gedaan om het gebouw te laten voldoen aan de verwachtingen van een universiteitsgebouw in de 21e eeuw op het gebied van toegankelijkheid, comfort, brandveiligheid en duurzaam energiegebruik. Nieuwe toevoegingen zullen op een subtiele maar daadkrachtige wijze verweven worden met de bestaande identiteit van het gebouw.