Kasteeldomein Vichte

De geschiedenis van het kasteel loopt terug tot de 12e eeuw, toen Goswin Van der Vichte een verblijf oprichtte voor zichzelf. Na de Eerste Wereldoorlog kwam het domein in handen van de brouwersfamilie Verhaeghe, die het kasteel tot op heden bewoont. Het hele domein omvat, behalve het kasteel, diverse hoevegebouwen: een duiventil, conciërgewoning, poortgebouw en paardenstallen.

Locatie Anzegem
Programma woning
Opdrachtgever privé
Status opgeleverd
Periode 2007 ― heden
Oppervlakte 1.239 m²

IN SAMENWERKING

Fotograaf Allt
2023 12 15 CALLABAUTARCHITECTEN KASTEELTERVICHTE 009 HR

De geschiedenis van het kasteel loopt terug tot de 12e eeuw, toen Goswin Van der Vichte een verblijf oprichtte voor zichzelf. Na de Eerste Wereldoorlog kwam het domein in handen van de brouwersfamilie Verhaeghe, die het kasteel tot op heden bewoont. Het hem domein omvat, behalve het kasteel, diverse hoevegebouwen: een duiventil, conciërgewoning, poortgebouw en paardenstallen.

Als erkend beschermd monument werd in 2007 besloten om het geheel stapsgewijs te restaureren (‘fasering’) en voor de toekomst te vrijwaren.

De eerste stap in het restauratieproces betrof de zwaar vervallen inkombrug. Met de focus op maximaal behoud van de originele materialen, werd het merendeel van het bestaande metselwerk gerecupereerd door de oude stenen te neutraliseren of ‘ontzilten’. Structureel werden de bakstenen booggewelven volledig gerestaureerd. Er werd tevens een bijkomende druklaag voorzien om een optimale boogwerking te bekomen en opleggers tot 16 ton toe te laten.

Met natuursteen werd bijzonder voorzichtig omgesprongen. Enkel de ter plaatse door de werfcommissie aangeduide stenen werden uitgenomen en vervangen. Alle nieuwe stenen dienden in textuur, kleur, formaat, profilering en bekapping identiek te zijn.

Alle smeedijzeren elementen werden grondig nagekeken, indien nodig hersteld, ontroest (tot op het blanke ijzer), behandeld met roestomvormer en geverfd.

De conciërgewoning was de volgende stap in het restauratieproces van het kasteeldomein. Dit dubbelhuis van drie traveeën verkeerde voor de restauratie in redelijke staat. Maar de onbruikbare zolder en de nood aan hedendaags comfort zorgde er wel voor dat de woning aan restauratie toe was. De werkzaamheden hadden vooral betrekking op het energetisch verbeteren van de woning en de herbestemming tot een enkele woonst (i.p.v. dubbelhuis).

De dakbedekking in rode Boomse pannen was vooral ter plaatse van de achtergevel in slechte staat, en werd integraal vernieuwd. De originele dakkapel werd teruggebracht en twee nieuwe dakkapellen werden toegevoegd met een hedendaagse afwerking.

Hoofdzakelijk ter plaatse van de tipgevels diende het baksteenmetselwerk hersteld te worden. Door vocht- en vorstschade waren de bakstenen in zeer slechte staat. De bovenzijde van de tipgevels werd afgewerkt met natuurleien om de afwatering te optimaliseren en het metselwerk te beschermen tegen inzakkend vocht.

De centrale schouw was sterk verweerd, en werd gedemonteerd om vervolgens opnieuw te worden opgemetst naar bestaand model. Naar analogie met het historische jaaranker, daterend van 1763, werd een nieuw anker geplaatst ter ere van de restauratiewerken, gestart in 2014.

Het interieur was algemeen in sterk verouderde staat en vaak zijn niet-waardevolle toevoegingen gebeurd in de loop der tijd. Er werd gestreefd naar een heropwaardering door het terugbrengen van en behoud en/of restauratie van originele materialen zoals Boomse tegelvloeren, plafonds met sierlijsten, kinder- en moerbalken met zichtbaar planken plafond, houten trap, enz.

Nadien was de voorgevel van het kasteel aan de beurt. Het kasteel, waarvan de oorsprong teruggaat tot de 12e eeuw, was aanvankelijk een woontoren op een ‘mote’, en aarden heuvel omringd door water en toegankelijk via een ophaalbrug. In de 16e eeuw liet de Antwerpse koopman Maarten de la Faille de houten en lemen bouwdelen verstenen. Typerend voor de Vlaamse Renaissancestijl zijn de kruisvensters en bovenlichten met diefijzers.

De belangrijkste werkzaamheden bestonden uit het vernieuwen van het buitenschrijnwerk naar bestaand model, waaronder voorzetramen, en het restaureren van de verouderde Balegemse natuursteen die rondom de ramen en als kruismonelen en waterlijsten in de gevel verwerkt zit. De Balegemse (of Lediaanse) steen is een sterk kalkhoudende zandsteen in de Belgische deelgemeente Balegem (Oosterzele) wordt gedolven. Deze steen is met geen enkele andere buitenlandse steen te vergelijken.